In welk land gaan de documenten gebruikt worden?

Om goederen (en diensten) te exporteren buiten de EU, zijn er vaak handelsdocumenten nodig. Deze documenten moeten langs verschillende instanties voordat de goederen of diensten het land van bestemming binnen mogen.

Instanties

  • De rechtbank (bron afbeelding: paleis van justitie, © ANP): als het gaat om documenten die getekend zijn door de notaris, moet zijn/haar handtekening worden gelegaliseerd door de Nederlandse rechtbank. Als het gaat om landen in het Apostilleverdrag, kan de Nederlandse rechtbank een volledige legalisatie uitvoeren, waardoor een bezoek aan de desbetreffende ambassade of consulaat van het land niet meer nodig is.
  • Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa): alle export- en notariële documenten (behalve voor EU-landen en landen in het Apostilleverdrag) moeten door het ministerie van BuZa worden gelegaliseerd.
  • Ambassades en/of consulaten: voordat de goederen/diensten naar het land van bestemming kunnen, moet de ambassadeur of consul van het land de documenten legaliseren.

Verschillende documenten

  • Certificaat van oorsprong: de naam zegt het al; in dit document staan gegevens over de oorsprong van goederen.
  • Factuur: een handelsfactuur waar de hoeveelheden en waarden van goederen op staan.
  • Gezondheidscertificaat: een certificaat met een verklaring over de veiligheid van voedsel en/of cosmetica. Bij het exporteren van (dier)voeding en cosmetica is dit document vaak nodig.